In deze korte cursus kijken we naar filosofische films: films die overduidelijk filosofische thema's aan de orde stellen. We hebben een selectie gemaakt van vier films waar aardige filosofische noten over gekraakt kunnen worden.
Deze "prequel" leidt een reeks van cursussen Film en filosofie in, waarin filosofische thema's gekoppeld werden aan films die vanwege hun artistieke verdienste uitgekozen zijn.
In de cursussen Film en filosofie starten we steeds met een inleiding over de filosofische kwestie waar de film over gaat; dan bekijken we de film, waarna nog enige tijd resteert om de film te bespreken. Eventuele losse eindjes nemen we mee naar de volgende bijeenkomst.
Als het gaat om de combinatie van films met filosofie kunnen we aan minstens twee typen films denken:
Ten eerste films die een filosofische kwestie als onderwerp hebben en dit met een beeldverhaal tot leven brengen. Voorbeelden hiervan zijn The Matrix (Cartesiaans scepticisme); Memento (de beleving van falend geheugen); Minority Report (kun je verantwoordelijk zijn voor misdaden die je nog niet gepleegd hebt?); Inception (de logica van dromen). Zulke films vertellen vooral een filosofisch coherent verhaal, waar de kijker zich het hoofd over zal breken. Toch zullen we zien dat het filmkarakter van deze films zijn weerslag heeft op hun filosofische gehalte. We gaan deze keer naar dit soort films kijken.
Ten tweede films die met hun materiaal iets filosofisch duidelijk maken—over films. Bij dergelijke films kijken we naar typische manieren waarop iets overgebracht wordt, en naar de manier waarop kijkers erin slagen dit te begrijpen (de fenomenologie ervan). We bespreken deze films om hun eigen verdiensten, en leren daardoor iets filosofisch over kunst/film, waarneming, subjectiviteit. We benaderen deze films als een artistiek onderzoek, zoals we dat tegenwoordig noemen, onderzoek met artistieke middelen en met een filosofische relevantie. Dit soort films staat centraal in de andere Film en filosofie-cursussen.
Dr. Rob van Gerwen is senior docent en onderzoeker aan departement Wijsbegeerte (faculteit Geesteswetenschappen) van Universiteit Utrecht. Hij doceerde ook aan de Koninklijke Akademie voor Beeldende Kunsten en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en de Hogeschool der Kunsten te Utrecht. Doceert aan de HOVO's van Nijmegen, Utrecht en Brabant, en aan kunstinstellingen in Den Bosch, Breda, Helmond en Eindhoven. Hij is directeur/eigenaar van Consilium Philosophicum.
Hij publiceerde 175 artikelen en negen boeken, over onderwerpen uit de filosofie van de kunst. Hieronder een met cum laude beoordeeld proefschrift, Art and Experience (1996); verder een boek over Richard Wollheims benadering van schilderkunst, bij Cambridge University Press (2001), en, bij het Centraal Museum in Utrecht, Kleine overpeinzingen. Over kunst kijken in het museum (2003). In 2016 verscheen bij uitgeverij Klement, zijn Moderne filosofen over kunst (tweede druk, 2017).
Eind 2018 verscheen, ook bij uitgeverij Klement, Zullen we contact houden. Hoe we de geest uit ons wereldbeeld verwijderen, over de tegenwerking van de subjectieve geest en onze verantwoordelijkheid door digitale technologie en het objectivisme van de moderne gemechaniseerde wetenschappen — onze eigen (objectieve) geest is daarvoor verantwoordelijk.
Hij schrijft momenteel een boek waarin hij een ethiek voorstelt over ons alledaagse morele denken en voelen, die niet over morele principes gaat, maar over de waarneembare (met andere woorden, de esthetische) aspecten van menselijke interactie.
In de achtergrond rondt hij ook een boek af over Kunst als een morele praktijk, en werkt hij nog altijd aan de esthetica van menselijke schoonheid, gelaatsexpressie en cosmetische chirurgie.
Via zijn websites vindt u onderwijsbeschrijvingen, artikelen, voordrachten en een weblog. Meer...
Natlab, Eindhoven, zaal n.n.b. Donderdagavond, 19.30 - 22.15 uur Kijk voor de dagen in onderstaand weekschema.
We zullen in deze korte reeks overigens ook zien dat het één ding is om filosofische argumenten uit te schrijven, zoals filosofen dat graag doen; maar iets heel anders om ze in een film tot leven te brengen. Filosofen werken graag met gedachtenexperimenten, zogenaamde "counterfactuals", situaties die evident niet mogelijk zijn. Zij doen dat omdat zulke situaties ons dwingen om beter over bepaalde filosofische kwesties na te denken. De films in deze reeks vervullen zo'n rol.
Scepticisme is een populair thema in veel filosofische films—ook in de filosofie: door te twijfelen aan de meest voor de hand liggende zaken scherpen we ons denken. Zo handelt The Truman Show, op zijn eigen manier, over de vraag of de werkelijkheid om ons heen wel de echte werkelijkheid is. Kunnen we andere geesten wel kennen (of beter: of we wel zeker kunnen zijn dat andermans geest niet die van een robot is—of omgekeerd; of we de geest van een robot wel van die van een mens kunnen onderscheiden). We zien hoe in dit soort films oude vragen met ontwikkelingen in de media en de robotica in verband worden gebracht.
Film: The Truman Show, r. Peter Weir, 1998 (genre: filosofische science-fiction, 103 min.)
Solipsisme is een scepticisme dat uitgaat van het ik, en dan niet verder komt. De werkelijkheid is als een film die speciaal voor ons opgevoerd wordt—welk kind heeft dit nooit eens gevoeld? Een solipsist meent dat hij/zij alleen zeker kan zijn van het eigen ik, de eigen ervaringen. De rest kan een verzinsel zijn van een kwaadwillende god (Descartes), of computer (The Matrix) en je kunt met geen mogelijkheid uitmaken wat dan wel werkelijk is, want je kunt niet buiten deze ene werkelijkheid stappen.
De plot van The Truman Show
Truman Burbank leeft een nep-leven maar dat weet hij niet. Hij is een soapster en iedereen om hem heen speelt. Uiteraard komt Truman erachter wat er aan de hand is, maar wat dan?
Met: Jim Carrey, Ed Harris, Laura Linney.
Als we een ander wezen zien, weten we normaliter zonder enige twijfel of het een mens is. De vraag "Is dat wel een mens?" stellen we alleen over een mens, die verder onze normale verwachtingen weerspreekt—bijvoorbeeld iemand die al jaren in coma ligt, of een massamoordenaar. Primo Levi stelt precies deze vraag juist over de slachtoffers van de nazi-terreur. Wij concentreren ons vooral op de rol die de ander bij ons zelfbeeld speelt. Wie is de ander; is het een vriend of een vijand van ons ik? Wie is dat ik? Kun je een ander worden door je in gedachten, gevoelens en gedrag als die ander voor te doen? En kun je wel een zelfbeeld onderhouden als anderen dat niet regelmatig bevestigen?
Niet alleen scepticisme leent zich voor filosofische verfilming. In zowat alle speelfilms komen wel ethische thema's aan de orde, maar zelden in volledige isolatie van gewone menselijke omstandigheden.